Patrice Bäumel wil nooit meer in Duitsland wonen

FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Patrice Bäumel wil nooit meer in Duitsland wonen

“Het eerste jaar was moeilijk – je kent niemand, je bent niemand en je hebt niks.”

Binnenkort verschijnt de nieuwe editie uit de Balance-mixcompilatieserie van Patrice Bäumel, met daarop een stroom aan elektronica die pop en diepe techno met elkaar verweeft. Het geluid van Duitser Patrice Bäumel horen we al jaren in de Amsterdamse clubs, en mede door zijn residentie bij Club 11 en later bij Trouw brak hij internationaal door. Hij bracht veel releases uit, onder meer op het Kompakt-imperium van Michael Mayer.

Advertentie

Toch was het een lange weg om daar te komen. Patrice groeide op in de kille jaren van de Koude Oorlog op in Dresden, een stad in de voormalige DDR vlakbij de grens met Tsjechië. Toen de muur in '88 eindelijk viel, was hij 14 jaar oud. Eindelijk kon hij vrij reizen naar het westen. Om wereldwijzer te worden en een nieuwe taal te leren vertrok hij voor een jaar naar Amerika. Eenmaal terug in Duitsland was alles drastisch aan het hervormen; niet alleen op politiek vlak, maar ook muzikaal. Hij ontwikkelde een passie voor elektronische muziek maar voelde zich niet meer thuis in Duitsland, en in 1996 besloot hij zijn geluk te beproeven in Amsterdam. En daar woont hij nu nog steeds. We spraken hem over zijn begindagen als dj en over de verschillen tussen Duitsland en Nederland. THUMP: Ha Patrice. Hoe kwam je met elektronische muziek in aanraking?
Patrice: Ik weet nog dat ik samen met een vriend muzikaal in een overgangsperiode zat. Eerst gingen we naar de discotheek om meiden te ontmoeten, en een uurtje later kleedden we ons om in de auto en gingen we naar een technofeest. De eerste keer was in de Fabrik [niet te verwarren met de Fabric in Londen, red.] Het was er piepklein, er was geen decoratie, alleen een paar rookmachines en stroboscopen. Mijn muzikale geheugen was toen nog niet zo goed getraind. Ik kon geen onderscheid maken tussen de platen, de hele avond voelde als één lange track. In die tijd luisterde ik veel naar Nederlandse gabber. Gizmo was mijn favoriet. Hij was de meest technische dj die ik kende; hij had hiphopskills qua mixen en de muziek was gewoon heel bruut. Ben je door je liefde voor gabber naar Nederland verhuisd?
Nee absoluut niet. Ik had mijn gabberperiode al achter de rug toen ik in 1996 naar Nederland kwam. Mijn eerste grote rave was Mayday in Berlijn in 1993. Ik begreep toen nog niet waarom mensen andere muziek dan hardcore draaiden, want die muziek had in mijn ogen de meeste energie, de rest voelde zó traag en futloos. De eerste technoplaat waarbij het kwartje viel was van Emmanuel Top, Acid Phase, een ontzettend hypnotiserende plaat. Dat was rond '94. Ik leerde begrijpen dat muziek niet per se hard hoeft te zijn, maar dat het ook via de mind binnenkomt. Vanaf toen ging mijn focus daarheen.

Advertentie

Je bent een Duitse techno-dj, dus het zou voor de hand liggen om in Duitsland te blijven. Waarom verkoos je Amsterdam boven Berlijn?
In de vroege jaren negentig was het politieke landschap in Duitsland verre van fijn. Er waren veel problemen met skinheads en extreemrechts-groepen die op straat rondhingen. Zeker als gekleurde jongen voelde ik me onveilig, omdat ik een gemakkelijk doelwit was voor dat soort gasten. Ik ben nooit in elkaar geslagen, maar heb wel een paar aanvaringen gehad – het scheelde niet veel.

De sfeer in Oost-Duitsland was ook niet al te best; na de val van de muur heerste er een collectieve depressie. Iedereen was eerst vol hoop, er werden grote beloftes gedaan, maar een paar jaar later bleek dat vies tegen te vallen. Veel mensen kregen met werkloosheid te maken – iets wat we in het communistische Oosten niet kenden. Iedereen was gewend dat de staat voor je zorgde. Die transitie naar het kapitalisme was erg moeilijk, heel veel mensen konden dat niet verkroppen en kwamen in slechtere levensomstandigheden terecht. Ik wilde ergens naartoe waar het bruiste, waar het positivisme heerste, waar er kansen waren. Ik meende dat Amsterdam dat had: het was dichtbij, ik zou makkelijk terug kunnen, de taal was makkelijk te leren en de wietcultuur vond ik leuk.

Het Berlijn van de vroege jaren negentig ken ik niet, maar nu vind ik het een fantastische stad.
Voor Nederlanders gaat er in Berlijn een wereld voor ze open; opeens ervaar je ruimte, het is goedkoop, het heeft iets anarchistisch en is lekker ruig. Maar er is ook een andere kant. Een voormalig burgemeester van Berlijn, Klaus Wowereit, noemde zijn stad ooit 'arm aber sexy'. Dat vergeten mensen die alleen maar een AIRBnB huren en dan naar de Berghain gaan. Want als je in een oude DDR-wijk als Marzahn komt, krijg je een heel ander beeld van de stad. Dat is een stuk minder romantisch, met veel meer armoede dan in Nederland. Duitsland heeft heel veel gedaan om de lonen te verlagen en het sociale stelsel af te bouwen, puur om competitief te kunnen zijn op de wereldmarkt. Dan hoor je dat de economie heel goed draait, en dat doet-ie ook, maar het geld komt niet bij de onderste vijftig procent van de bevolking terecht. Er is veel sociale ongelijkheid.

Berlijn voelt voor mij alsof ik weer terug naar het oude moet, zelfs nu nog. Mijn moeder woont er en ik zoek haar af en toe op, maar ik ben altijd weer blij dat ik niet tussen de Duitsers hoef te zitten, ik zou er nooit meer willen wonen. Ik ben blijer in een meer open, tolerantere maatschappij.
Voelde je direct thuis in Nederland?
Het eerste jaar was moeilijk – je kent niemand, je bent niemand en je hebt niks. Daardoor ben je eenzaam. De eerste mensen die ik leerde kennen waren niet gelijk vrienden voor het leven. Ik maakte teleurstellingen mee, maar dat is allemaal onderdeel van mijn leerproces. Ik wilde aanvankelijk een halfjaar stage lopen, een soort voortraject op een studie Economie, maar ik werd na een week de laan uitgestuurd omdat ze me niet nodig hadden. Toen kon ik kiezen: of terug naar Duitsland, of gaan werken. Ik vond werk bij een callcenter, waar ik vooral buitenlandse vrienden maakte. Het eerste stadium voordat je mensen goed leert kennen en echte vrienden krijgt duurt langer dan je denkt. Zolang je de taal niet beheerst en de cultuur niet begrijpt blijf je een buitenbeentje.

Aan welke cultuurverschillen moest je wennen?
Ik moest wennen aan de wat praktischere, iets oppervlakkige manier van met elkaar omgaan. Gesprekken gingen vaker over de hypotheek dan over filosofie en politiek, zoals in Duitsland. Duitsers zijn ook geslotener als je ze leert kennen, en pas naarmate je ze langer kent stellen ze zich meer open. In Nederland zijn de mensen juist heel open in het begin, maar zodra je dichterbij probeert te komen doen ze vaak een stapje terug. Zodra je de Nederlandse humor begint te begrijpen, begint het plaatje te vormen en snap je dit land beter en beter.

Voel je je Nederlands?
Nee ik voel me niet Nederlands, maar wel Amsterdammer. Als je in het buitenland leeft zet je je eigen identiteit eerder op scherp dan dat je 'm kwijtraakt; als Nederland tegen Duitsland speelt, is Duitsland mijn team. Dat soort dingen gaan er nooit meer uit. Oorspronkelijk was ik niet van plan om in Nederland te blijven, maar één jaar werd twee jaar, en twee jaar werd vijf jaar. Ik kreeg steeds meer goede vrienden en ontmoette mijn vrouw. Nu is Nederland is mijn thuis.

De Balance-mixcompilatieserie van Patrice Bäumel komt uit in april.

Like THUMP Nederland om niets te missen.