Ravecultuur en Robert Henke: hoe Berlijn aan de wieg stond van Ableton en ‘Lumiere II’

FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Ravecultuur en Robert Henke: hoe Berlijn aan de wieg stond van Ableton en ‘Lumiere II’

We praten met de Duitse visionair in de aanloop naar zijn show tijdens de Melbourne Music Week.

De sporen van de val van de Muur waren nog duidelijk zichtbaar toen Robert Henke in de stad terechtkwam. Berlijn onderging een radicale culturele verschuiving toen de avant garde-artiesten uit het westen naar het oosten trokken om daar op de overblijfselen van de sovjetbezetting een nieuwe undergroundbeweging te starten. Op het moment dat Henke in 1990 naar de stad verhuisde, stond Berlijn aan de wieg van de techno. Hij was een muziekliefhebber, wetenschappelijk onderlegd, en hij stond op de drempel van een nieuw tijdperk.

Advertentie

"Clubcultuur draaide niet alleen om vinyl, maar ook om met een drumcomputer en een goedkope synthesizer ergens in een donker hol uit te zoeken wat je ermee kon," zegt Henke. "Het genre was nog onbepaald, dus je kon zelfs met de simpelste dingen radicaal en vernieuwend zijn." 's Nachts was hij een enthousiaste opkomende artiest in de ravescene en overdag werkte hij als programmeur. Destijds waren dat nog nog twee aparte werelden.

Vanwege zijn studie in computertechnologie had Henke toegang tot muzieksoftware die nergens verkrijgbaar was buiten de academische opleiding. Thuis opnemen betekende toen nog dat je moest opnemen op tape en editen betekende dus de tape met de hand doorknippen. Alleen academische onderzoekers konden complexe digitale geluiden creëren, gesynchroniseerde geluidslagen bouwen of microscopische veranderingen toevoegen. Het idee was om de mogelijkheden van de software te tonen, niet om mensen te laten dansen. Voor Henke sloot het een het ander niet uit. "Computergegeneerde geluiden en composities hebben een andere achtergrond dan clubcultuur," legt hij uit. "Ik deed met mijn muziek een poging om mijn favoriete elementen uit beide werelden samen te laten smelten. Ik wilde complexe geluiden en ik wilde dat stevige rimte waar ik op verliefd was geworden in clubs."

Henke studeerde vervolgens geluidstechniek aan de Universiteit voor Film en Televisie in Potsdam, waar hij onderdelen voor installaties ontwikkelde en soundtracks voor films componeerde. Tegelijkertijd kwam hij in contact met Gehard Behles, een andere programmeur uit de elektronische studio van de Berlijnse Technische Universiteit. Samen maakten ze PX-18, een applicatie die ervoor zorgde dat ze live geïmproviseerde, op patronen gebaseerde elektronische muziek konden laten horen. Ze werden al snel vaste gezichten in de Berlijnse clubscene onder de naam Monolake. Hun minimalistische, door dub beïnvloedde geluid werd het boegbeeld van Berlijnse techno en ze kregen wereldwijd bekendheid.

Advertentie

Henke is altijd al geïnteresseerd in optreden. In zijn essay "Live Performance in the Age of Supercomputing" uit 2007 blikt hij terug op zijn ervaringen tijdens Berlijnse raves, waar hij muzikanten met Roland TR0808 drumcomputers en Atarai-computers aan het werk zag. De eenvoud van de technologie betekende dat het optreden fysiek veeleisend was – je zag muzikanten letterlijk beats uit hun apparatuur rammen. Naarmate elektronische muziek complexer en de technologie geavanceerder werd, nam het fysieke af. Halverwege de jaren negentig, toen techno meer veranderde in drum'n'bass, werd het te ingewikkeld om live te spelen. Live spelen betekende opeens op een muis klikken om voorbereide tracks de zaal in te slingeren.

Zowel Henke als Behles wilden meer van elektronische muziek. Ze zochten naar intimiteit en urgentie – kunst die live werd gemaakt en niet zomaar afgespeeld. Uit de software van PX-18 maakten ze in 1999 Ableton en kwamen ze met de nu alom bekende Ableton Live software. Nog voor de nieuwe EDM-golf had het werk van Henke en Behles digitale producers omgetoverd tot geloofwaardige live-artiesten.

"Ik ben altijd erg skeptisch als kunst technologische geheimen nodig heeft"

"Het idee was niet alleen om mensen op te laten treden voor publiek. Het ging ook om elementen van het optreden te verwerken in de productie van elektronische muziek, optreden als een manier van creëren," zegt Henke. "Ableton Live was een poging – overduidelijk een succesvolle – om het speelse van optreden opnieuw te introduceren."

Advertentie

Henke werkte zo'n tien jaar bij Ableton terwijl hij tussendoor doorging met opnemen en optreden. Hij bracht technoalbums onder de naam Monolake en creëerde onder zijn eigen naam geluidskunstwerken – ruimtelijke werken die alleen live gehoord konden worden. Hoewel dit werk vooral beperkt bleef tot musea en kunstfestivals, had het toch een sterke invloed op de clubcultuur. "Voor mij is de perceptie van muziek altijd meer dan gewoon muziek geweest. Het gaat ook om sociale interactie en ruimte. Ik denk daarbij meteen terug aan Berlijn in het begin van de jaren negentig. Wat die cultuur zo fantastisch maakte, was de muziek in combinatie met gelijkgestemde mensen in een ruimte die specifiek voor zo'n avond was gekozen."

Henke stapte uit Ableton in 2009 en stopte daarna al zijn energie in zijn act. Zijn liveshows kregen een sterke nieuwe dimensie, nog altijd beïnvloed door zijn ervaringen met rave.

"Ik was sinds het begin betrokken bij de visuele aspecten van Monolake. 'Wat voor soort licht? Wat voor soort meubilair?' We hadden toegang tot veel videotechnologie, want veel apparatuur van de Oost-Duitse televisiemaatschappen was opeens verkrijgbaar voor bijna niks, dus mensen brachten veel goedkope televisies mee naar de club. Daar wilde iedereen destijds iets cools mee maken en zo ontstond de audiovisuele clubcultuur. De volgende stap was om dat te verfijnen. De band tussen clubcultuur en minimalistische visuele expressie is altijd vanzelfsprekend geweest voor mij."

Advertentie

In 2009 begon Henke samen te werken met Tarik Barri, een Nederlandse audiovisuele artiest die recentelijk met Thom Yorke werkte. Barri maakte een meeslepende multi-channel video voor de liveoptredens van Monolake, bestaande uit een 24-kanaals geluid en 6-kanaals video optreden bij het Experimental Media and Performing Arts Center in New York. In 2012 begon Henke te experimenteren met audio-gesynchroniseerde lasers voor een installatie met de naam Fragile Territories. Een jaar later kwam hij met Lumiere, een meeslepende driedimensionaal audiovisueel optreden waarbij de grenzen van lasertechnologie werden verlegd onder begeleiding van Henke's livemuziek.

"Vanuit mijn optiek gaat het om dezelfde vragen. Vragen over structuur, betekenis en emoties, ongeacht of ik muziek of iets visueels maak. De componist en de visueel artiest gebruiken allebei computertechnologie, dezelfde technologie. De stap tussen 'beeldbewerking' en 'geluidsbewerking' is één schakelaar," zegt hij.

Deze maand komt Henke naar Melbourne met Lumiere II, het tweede deel van zijn meest ambitieuze project tot nu toe. "Het is een iets meer voorbewerkt scenario dan het eerste deel, maar het is ook meer complex en meer gericht op de ontwikkeling van details en drama. De details hebben te maken met het geluid, met de manier waarop ik het geluid vormgeef, met de grootte en vorm van de projecties en hoe ik de rook in het publiek controleer – dat is erg moeilijk, want rook is lastig te voorspellen," legt hij uit. "Hoe meer ik optreed, hoe meer nieuwe en interessante dingen ik ontdek om te bewerken. Deze subtiele veranderingen hebben een grote impact op hoe de show wordt ontvangen."

Tegen het einde van elke set verzamelen mensen zich rond de dj-booth van Henke en hij laat ze maar al te graag zien hoe zijn software de visuele effecten in gang zet. "De technische kant van het optreden is makkelijk uit te leggen," zegt hij. "Voor mij is het belangrijk dat het technische geraamte, van de buitenkant, duidelijk is, want ik wil er mee werken." Net zoals in zijn studententijd, hecht Henke minder waarde aan de technologie dan aan het gevoel dat het voortbrengt. "Ik ben altijd erg skeptisch als kunst technologische geheimen nodig heeft," zegt hij met een lach. "Wat is het geheim van een goed boek? Niet de typemachine."