FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

De winkel van Bordello A Parigi maakt geen onderscheid tussen kunst en kitsch

We spraken met winkeleigenaar Otto Kraanen over Italiaanse dance en het nut van een platenzaak openen.
Foto's door Rebecca Camphens

Bordello A Parigi was al een label, feestorganisator, webshop, en verkoper van oude filmposters, maar is vanaf nu ook een fysieke platenzaak. Eigenaar Otto Kraanen opent de winkel geheel toepasselijk op de Amsterdamse Wallen en geeft met Bordello gestalte aan zijn eigen droomwereld. Eén die geënt is op de popcultuur van de jaren tachtig, en dan met name de Italiaanse. Het is een beetje ordinair, een beetje sexy, en bevat vaak snelle auto's, ruimteschepen, blikkerige horror, zangeressen in glitterige televisiedecors, rode badpakken en jongens met hun haren strak in de gel. Die elementen inspireren de hoezen waarin het label haar disco, house en heruitgaven van oude soundtracks steekt.

Advertentie

Toen ik met Kraanen afsprak was er nog veel verbouwingslawaai in de winkel, dus gingen we even zitten in een nabijgelegen toeristenkroeg. Daar hadden we het over zijn nieuwe onderneming, de Italiaanse dance, en de grens tussen kunst en kitsch.

THUMP: De afgelopen tien jaar gingen een hoop platenzaken dicht. Waarom heb je juist nu besloten om er een te openen?
Otto Kraanen: Ik deed altijd alles via internet, zat vooral achter de computer en miste een plek waar je mensen kan ontvangen met een bakje koffie. En omdat ik al een webshop en een distributiekanaal run, kan het. Anders was ik er niet aan begonnen. Ik denk niet dat een platenzaak op zichzelf nog kan overleven.

Luister je door deze stap anders naar een track die je op je label wil uitgeven dan naar een plaat die je voor de winkel wil inkopen?
Naar demo's luister je met een ander oor: je moet er voor bijna honderd procent achter staan en het moet ook commercieel enigszins interessant zijn. Als je alleen maar uitbrengt wat je zelf leuk vindt en niemand is geïnteresseerd, dan heeft je label geen bestaansrecht. In de winkel letten we niet echt op genres. Nu associëren mensen Bordello vooral met het label, maar ik hoop dat het in de toekomst wat meer door elkaar loopt. Dat kan me ook helpen om een beetje van het Italo disco-stigma af te komen. Het klopt dat ik een liefhebber ben en het beïnvloedt veel van wat ik doe, maar ik wil me niet tot één genre beperken.

Advertentie

Je releaset niet alleen Italo disco, maar ook veel hedendaagse Italiaanse producers die andere muziek maken. Hoe kijken zij naar dat genre?
Slow Motion, een label uit Pescara waar ik weleens feesten mee organiseer, zien het bijvoorbeeld als een volwaardig genre. Maar verder heb ik het idee dat de meeste Italianen Italo disco gewoon trash vinden. Een beetje zoals wij Gerard Joling zien. Italo is eind jaren tachtig van de radar verdwenen en toen er in de late jaren negentig een revival kwam, waren er artiesten die daar in meegingen maar ook een heleboel die er niks meer van wilden weten. Sommige producers uit die tijd schamen zich er echt voor. Die halen al hun filmpjes van YouTube.

Hoe komt het dat mensen in Nederland het genre weer zijn gaan waarderen?
Dat is een beetje ontstaan waar ik vandaan kom. In Den Haag waren er gerespecteerde jongens die weer Italo durfden te draaien, zoals I-F en Intergalactic Gary. Door hen ben ik het genre ook gaan zien als de ultieme dansmuziek: het heeft geilheid, het heeft extase – je hoeft er alleen maar je culturele waarden voor opzij te zetten.

Otto Kraanen in zijn nieuwe winkel (alle foto's door Rebecca Camphens)

Nu geef je ook veel Italo-artiesten uit die niet uit Italië komen maar wel een Italiaans pseudoniem hebben, zoals Mario Moretti en Antoni Maiovvi.
Ik zie dat als pastiche: je neemt bepaalde elementen uit een oude cultuur en creëert daar iets nieuws mee. Die namen zijn onderdeel van het totaalconcept, net zoals dat de hoezen refereren aan Italië, Italo of het gladjakkerige dat mensen er vaak mee associëren. Maar het zijn niet de eerste de beste producers, ze hebben de analoge machines en arrangementen die toen gebruikt werden goed bestudeerd, en hun eigen draai aan de muziek gegeven. Het zit soms dicht tegen kitsch aan, maar het zijn geen carnavalsplaatjes.

Advertentie

Waar ligt volgens jou het onderscheid tussen kunst en kitsch?
Dat is lastig. Ik wil eigenlijk het onderscheid tussen hoge en lage cultuur doorbreken. De grens tussen goede en foute smaak vind ik heel spannend. Ik verkoop ook filmposters van films uit de jaren zestig en zeventig. De man van wie ik ze kocht vond ze trash, maar voor mij is dat ordinaire van bijvoorbeeld snelle auto's juist heel interessant. Waarom zou je dat niet als kunst kunnen zien? Die makers hebben een hele eigen esthetiek gecreëerd. Maar goed, ik heb in al mijn enthousiasme ook weleens een plaat uitgebracht waarvan ik achteraf dacht: oeh, die valse zang ligt er wel erg dicht bovenop. Het blijft moeilijk.

Laten we er wat voorbeelden bij pakken. Zoals Dolce Vita van Ryan Paris.
Ik durf wel te zeggen dat dit de meest commerciële Italo-track ooit is geweest, de grootste hit. Dit is het ultieme voorbeeld van wat mensen cheesy noemen. Het is meer een zwoele poptrack, maar wel met een Italo-productie. Ik heb hem nog nooit gedraaid in een dj-set. Niet omdat ik het te plat vind, want ik hou enorm van plat draaien en daarmee mensen een ongemakkelijk gevoel te geven. Maar dit is niet mijn sound en het is ook niet echt een clubtrack. Misschien is het meer iets om in de auto te draaien.

Nog één dan: Heather Parisi met Cicale.
Hier heb ik een zwak voor. Parisi is een grote inspiratiebron. Ze was televisiepresentatrice, actrice, blootmodel en bracht ook nog een paar plaatjes uit. En er waren meer vrouwen als zij, het is een heel subgenre binnen de Italo. Misschien wel camp, maar het totaalplaatje vind ik fascinerend; die oude filmpjes van grote televisieshows, de roddelbladen, de hele carrière. Vooral de cultstatus spreekt me aan. Elementen daaruit neem ik dan weer mee in mijn visuele communicatie.

Advertentie

Als we zo naar muziek kijken, denk je dan dat het mogelijk is dat er over vijftien jaar iemand Gigi d'Agostino opnieuw uitgeeft?
Ik denk daar vaak over na. Soms vind ik een track tergend. Dan heb ik een soort Guantanamo Bay-ervaring en word ik echt geterroriseerd door de muziek. Zou ik dat dan over twintig jaar in ander perspectief kunnen zien? Vaak zijn dat soort dingen vooral goed door nostalgie. Daar heeft de muziek die ik uitbreng niks mee te maken: ik ervaar een lichamelijk genot. Uiteindelijk moet muziek voor mij vooral een ervaring zijn, los van alle genres en hokjes.

Bordello A Parigi is nu open. De platenzaak is te vinden aan de Oudezijds Kolk 71 in Amsterdam.