FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Het geluid van de toekomst is maar beperkt houdbaar

De oren van de toekomst zijn waarschijnlijk niet menselijk, maar misschien wel buitenaards of machinaal.

Als de ruimteschepen landen in Wyoming – de climax van Stephen Spielbergs Close Encounters of the Third Kind uit 1977 – zijn de clichés van een buitenaardse invasie opvallend afwezig. Er zijn geen laserpistolen en er is geen roep om intergalactische oorlog. De aliens komen hier niet hun kosmische wetten opleggen of de Aarde voor zichzelf claimen. Nee, het eerste contact begint met een melodie – eentje die het welkomstcomité van de mensen beantwoordt met behulp van een Arp 2500-synthesizer.

Advertentie

Net als wiskunde wordt muziek vaak gezien als een 'universele taal'. Dat is enigszins gestoeld in wetenschap: het menselijke brein zoemt met complexe ritmes, gemaakt door pulserende synapsen als ze signalen van neuron naar neuron sturen. We beginnen nog maar net te leren dat deze ritmische oscillaties een rol spelen in allerlei cognitieve functies – informatieoverdracht, perceptie, motorische vaardigheden, het geheugen. En muziek heeft invloed op het limbisch systeem, een relatief oud deel van het menselijk brein dat we delen met een groot deel van het dierenrijk.

Maar hoe zit het met buitenaards leven? Zou het mogelijk zijn om met muziek het enorme gat te dichten tussen menselijke en buitenaardse intelligentie? Dit idee vinden we terug in zowel fictie als de realiteit: de melodieuze hoi uit Close Encounters of the Third Kind is een voorbeeld, maar ook de Golden Record op NASA's Voyager – een mixtape met muzikale groetjes van Aarde, van Chuck Berry tot Bachs Brandenburg Concerto, op de twee Voyager-sondes geplakt, gelanceerd in 1977 en op dit moment het verste menselijke object van de Aarde: 19.024.807.778 kilometer op het moment van schrijven. Uiteraard is het goed mogelijk dat aliens die gouden plaat zien als ruimte-afval. Carl Sagen zelf noemde het "eerder een symbolisch statement dan een serieuze poging om met buitenaards leven te communiceren."

Hij had gelijk. Het idee dat muziek misschien een manier is om met aliens te praten, is gebaseerd op valse veronderstellingen. Om te beginnen de veronderstelling dat buitenaards leven op dezelfde manier geëvolueerd is als wij, met een ingebouwd apparaat om frequenties om te zetten in een betekenisvolle boodschap. Zwak, net als elke vorm van speculatie over de fysionomie van aliens. We hebben geen enkel bewijs om te denken dat parallelle evolutie mogelijk is op intergalactische schaal.

Advertentie

Zelfs op onze planeet ervaren levende wezens geluid op veel verschillende manieren: olifanten horen met hun enorme oren, maar reptielen voelen trillingen in de grond met hun buik. Dolfijnen horen door een extern trommelvlies aan weerszijde van hun hoofd en walvissen roepen elkaar van ver in de oceaan met complex gekreun en geklik – toevallig staan er ook walvisgeluiden op de Golden Record – en vleermuizen gebruiken echolocatie.

Als buitenaardse wezens toevalligerwijs geluiden kunnen herkennen, blijft er nog steeds een probleem over van esthetiek en betekenis. Zou menselijke muziek, met haar enorme bereik van tonale variaties, prettig klinken voor het alien-oor? Bevat het bruikbare informatie? Net zoals dolfijngeluiden ons niks zeggen, kunnen Bachs cantates klinken als nagels op een schoolbord voor buitenaardse intelligentie. Aan de andere kant is het goed mogelijk dat een technologisch geavanceerd buitenaards ras, met weinig andere dingen om iets over onze technologie, wiskunde of wetenschap te leren, onze muziek juist erg interessant en betekenisvol vindt, juist vanwege de menselijke kwaliteiten.

Als aliens interesse in ons hebben, hebben ze best veel bronmateriaal. We sturen al radiogolven de ruimte in sinds de opkomst van de moderne tijd, en daarmee kan een intelligent ras meer vertellen dan we ons realiseren, net als een blik in iemands zoekgeschiedenis vaak veel zegt over iemands persoonlijkheid, angsten en verlangens – om maar te zwijgen over de grenzen van iemands intelligentie. Het resultaat is niet altijd vleiend. In Contact, het sciencefictionboek uit 1985 van Carl Sagan, maken aliens uit het sterrenstelsel Vega contact met ons door de eerste televisiesignalen van de Aarde die sterk genoeg waren om door de ionosfeer te komen terug te kaatsen: de speech van Adolf Hitler, bij de opening van de Olympische Spelen van 1936.

Advertentie

Zelfs een bewust verstuurde boodschap, zoals de Golden Record, kan duizenden jaren door het heelal reizen. We zijn er misschien niet eens meer als onze muzikale boodschappen en radioberichten bij het beoogde publiek terechtkomen. De kans is groot dat we onze planeet dan al opgeblazen hebben met onszelf erbij, maar zo niet, hebben we vast een enorme stap gemaakt in het componeren van muziek. Neem het verschil tussen Inca-panfluitmuziek en Einstürzende Neubauten: dat is slechts een paar duizend jaar aan relatief rustige geschiedenis. Dit leidt ons naar het volgende probleem: is het mogelijk om muziek toekomst-proof te maken? Iets creëren dat tijdloos is, niet alleen voor een paar generaties, maar voor de volledige periode dat de mensheid bestaat?

Het eenvoudige antwoord hierop is: nee.

Maar nu we toch al verwikkeld zijn in een gedachte-experiment: laten we erover nadenken. Hoe zou eeuwige muziek klinken? Er kan geen taal in zitten, want taal verandert van moment tot moment, van generatie tot generatie en van plek tot plek. Het kan niet gecomponeerd zijn in een bepaalde toonladder. Kan het überhaupt mooi zijn, of is schoonheid iets dat in onze neurochemie gebakken zit, in de resonanties en tonen die onze breinen rustig maken en subjectieve, emotionele herinneringen oproepen?

Als ik zou moeten raden, zou ik zeggen dat de enige manier om dichtbij toekomstbestendige muziek te komen is om op zichzelf staande tonen heel precies te laten maken door machines. 'Eeuwige' muziek is misschien alleen een vertegenwoordiging van het feit dat wij de mogelijkheden hebben om te ervaren, en de intelligentie om stukjes uit het resonantiespectrum te recreëren. Op dit moment is het enige dat muziek onderscheidt van pure wis- of natuurkunde het orgaan dat we gebruiken om het te verwerken: door onze oren, met het brein als ontvanger.

Advertentie

Misschien is dat een reden dat elektronische muziek altijd zo sterk geassocieerd wordt met sciencefiction. En waarom zoveel sciencefictionsoundtracks – van Forbidden Planet, de eerste film met een soundtrack die volledig uit elektronische muziek bestaat, tot Wendy Carlos' switched-on baroque-synth in A Clockwork Orange – gedomineerd zijn door gesynthetiseerde tonen. Misschien is dat waarom Steven Spielberg een groet van een alien componeerde met een sine wave in Close Encounters of the Third Kind. Zou je je kunnen voorstellen hoe buitenaardse wezens een vliegende schotel uitwandelen terwijl ze op een gitaar tokkelen? Dat zou nooit gebeuren in de sciencefiction die wij maken, want uit analoge instrumenten komen veel te snel tonen die elkaar in de weg zitten en door de tijd heen veranderen. Ze zijn niet precies genoeg.

De muziek van de toekomst zal elektronisch zijn. Niet omdat synthesizers en computers futuristisch klinken maar omdat de 'oren' van de toekomst waarschijnlijk niet menselijk zijn. We hebben tot nu toe de andere hersenen met wie we moeten gaan communiceren compleet genegeerd – niet het brein van aliens, maar die van de gemechaniseerde intelligenties die we creëren.

Er zijn veel mensen die in technologische singulariteit geloven: het idee dat kunstmatige intelligentie onze eigen intelligentie overstijgt en de barrières doorbreekt van onze gelimiteerde biologische eigenschappen. Of we het er nu mee eens zijn of niet, hele intelligente personen, werkend voor bedrijven, overheden, onderzoekslaboratoria en legers, werken hard om deze toekomst waar te maken. Het is onvermijdelijk; we hebben goedkopere, snellere, kleinere breinen nodig om onze eigen wereld te runnen. In de tijd die we nog gaan meemaken, zullen we zien hoe nieuwe kunstmatige intelligentie zal ontstaan die zichzelf zeer snel ontwikkelt. Het is zelfs mogelijk dat het bewustzijn creëert, of iets soortgelijks dat niet te onderscheiden is hiervan.

Kan die intelligentie ook geïnteresseerd zijn in muziek? Het zal ongelimiteerde toegang hebben tot de cultuur die wij als mens hebben ontwikkeld en het zal DNA delen – dezelfde hardware, talen en algoritmes – met elektronische muziek. Daarnaast zit het in hetzelfde netwerk als andere systemen die geluid kunnen genereren. Dit is natuurlijk pure speculatie, maar als muziek een vorm van communiceren is en het werkt inderdaad universeel, dan zullen machines misschien ooit betrokken raken bij het componeren en appreciëren van muziek. En als dat gebeurt, luisteren ze niet naar Inca-panfluitmuziek en Einstürzende Neubauten. Ze maken waarschijnlijk een geluid dat anders is dan alles wat we tot nu toe hebben gehoord.

Schrijver H.P. Lovecraft publiceerde in zijn carrière maar een écht sciencefictionverhaal: The Colour of Space uit 1927. Het gaat over een vergeten dorpje in New England waar een meteoriet neerstort. Het gevaarte ziet er ongebruikelijk uit en het straalt een kleur uit die je nergens anders vindt op onze planeet. Sterker nog: de dorpelingen nemen maar aan dat het een kleur is want het gaat boven wat zij zich als mens kunnen voorstellen. Iedereen die er naar kijkt wordt gillend gek. De 'kleur' blijkt een beangstigende boodschapper te zijn uit een ongevormd rijk van oneindigheid. Alleen al de kennis dat deze entiteit bestaat is genoeg om ons brein compleet te verlammen. Uiteindelijk wordt het dorp vernietigd door het 'wezen' en vliegt het terug de ruimte in, terug naar het onbekende.

De muziek die gecomponeerd wordt door buitenaardse of kunstmatige intelligentie heeft misschien een gelijkaardige karakteristiek. Het verstoort wellicht de delicate elektrochemische ritmes van het menselijk brein. Deze boodschapper heeft misschien een bericht dat voor ons zo onbekend is dat we het niet begrijpen, dat het wiskundig lijkt of zelfs willekeurig. We zouden het alleen kunnen ontcijferen met analogie. Deze toekomst is misschien nog ver van ons verwijderd, maar het zou voordelig kunnen uitpakken als we daar nu al over nadenken. Muziek is misschien wel een universele taal, maar als we te trots zijn om dialecten te leren, zijn we in de toekomst overgelaten aan onszelf in een wereld die we niet meer begrijpen.

Claire L. Evans, auteur van dit artikel, vertelt meer over de muziek van de toekomst op STRP Biënnale op 29 maart, dus train je oren maar alvast.