Homework maakte een reisverslag over hun tour in Australië en Azië

FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Homework maakte een reisverslag over hun tour in Australië en Azië

En karaoke, transgenders en een aardbeving komen er allemaal in voor.

Afgelopen maand tourde Homework door Australië en Azië. Optredens in Melbourne, Sydney, Wollongong, Seoul en Tokio brachten Tom Waist en Zip Stolk op plekken waar ze niet eerder waren geweest en introduceerde ze aan culturen waar ze voorheen slechts over konden fantaseren. Het was een indrukwekkende introductie van hoe de andere kant van de aardkloot in elkaar steekt. Hierbij het veel te uitgebreide ­– maar zeer vermakelijke – reisverslag.

Advertentie

Melbourne (dag 1 – dag 3)

Dood op, hongerig en met de opgezwollen enkels van een zestigjarige vrouw – het Jordanese type dat op feestdagen een 'knappe rok' draagt – strompelen we om 17:05 uur plaatselijke tijd het vliegtuig uit. De langste tocht van onze tour zit er gelukkig op. Bij arrivals godzijdank geen Joris Linssen, maar wel James Ware van Waving at Trains, die samen met onze Europese agent deze tour in elkaar heeft gedraaid. James blijkt de manager van vrijwel al onze favoriete Australische artiesten te zijn: Harvey Sutherland, Andras Fox, Andy Hart, Francis Inferno Orchestra en Tornado Wallace. In de komende dagen vindt er met James dan ook een power bonding plaats die zijn weerga niet kent.

De regen komt met bakken uit de hemel. Iets wat vrijwel altijd het geval is als we afreizen naar het buitenland. We nemen dat Nederlandse kutweer keer op keer met ons mee. We besluiten een hapje te gaan eten en doen vervolgens een kroeg annex club aan. Aldaar begint het ons op te vallen dat er een aangename scene is in Melbourne. Niet alleen muzikaal maar ook sociaal. James stelt ons aan iedereen voor en men is open, geïnteresseerd, in voor een lolletje, maar niet oppervlakkig. Melbourne voelt aan als thuis, maar dan zonder de calvinistische vooroordelen die in Nederland nog wel eens de kop opsteken.

Op de tweede verdieping van de bar bevindt zich een kleine dansvloer. Disco-grooves vullen de dansvloer waar drie jongens schaamteloos aan het breakin', poppin' en lockin' zijn. Een Aziatische jongen in een rood jackie steelt de show met zijn vergevorderde contortionisme. Maar zijn gezette metgezel – die wij onmiddellijk de bijnaam The Turtle geven – wint punten door de vreemde samenkomst van zijn forse lichaam en de dans waar hij in verstrikt is. In Nederland zie je excentrieke dansmoves als deze vrijwel niet meer in het housemuziekcircuit. Zonde.

Advertentie

James ontpopt zich tot een ware tourgids en laat ons het centrum van Melbourne zien. De charme van de stad zit 'm in de kleine steegjes tussen de grote straten die vol zitten met hippe (dure) restaurantjes en een haast zorgwekkende hoeveelheid aan koffiebarretjes.

Op dag twee treden we op in Lounge en op dag drie in Onesixone – met niemand minder dan disco edit-legende John Morales. Wat bij beide shows opvalt, is hoezeer het publiek opgaat in de muziek. Er wordt niet alleen maar gezopen en gedanst, er wordt ook echt geluisterd. Waar voor kenners draaien nog wel eens kan uitdraaien op 'been there, done that'-reacties, in Melbourne volgt het publiek waar we de muzikale boot ook maar heen varen. Onze potpourri van house, disco en een vleugje techno slaat aan.

Eén van de mooiste en meest verbazingwekkende complimenten krijgen we net voor het optreden op donderdag. Terwijl we snel nog een sigaretje roken en ons afvragen of er wel genoeg mensen op de dansvloer zullen zijn, schiet een Australische schone ons aan: "Don't look so worried. You see all these people around you? They've all come to see you play!" Als we op play drukken, staat de tent ineens vol.

Sydney (dag 3 – dag 6)

Aangekomen in Sydney worden we gelijk naar FBi Radio gereden om daar een gastmix en interview te doen voor de Spin The Bottle-radioshow.

Hoewel we eigenlijk maar twee dagen hebben in Sydney en er dus helemaal geen tijd voor is, maken we onszelf toch wijs dat we koala's en kangoeroes in het wild gaan bekijken. Spoiler: dit komt er de gehele tour niet van. Gelukkig lukt het ons wel om 'het achtste wereldwonder' te zien: het Sydney Opera House. En aangezien we toevallig in de stad zijn tijdens het Vidid Festival Of Lights ziet dat gebouw er geanimeerder uit dan normaal.

Advertentie

Doordat de slapeloosheid zijn intreden doet in Sydney en onze planning het niet toelaat, zien we niet bijster veel van de hoofdstad van New South Wales. Wat echter wel opvalt, is dat de stad een compleet andere ambiance heeft dan Melbourne. Het is hier duidelijk dat je in een grote, populaire stad bent en de Sydneysiders gedragen zich daar ook naar. In Melbourne geeft men daar enigszins op af. Als Amsterdammers begrijpen we wel hoe er gekeken wordt naar het Sydney-volk.

We treden op dag drie op in The Bridge Hotel (niet daadwerkelijk een hotel), een vreemde symbiose van een club en een kroeg met een sfeer die ergens tussen alternatief en hipster in lijkt te vallen. Hoewel we zijn ingedeeld in de grote zaal, besluiten we na wat overleg dat het misschien gezelliger is om in de kleine zaal te draaien. Het blijkt een goede keuze. Dichterbij de buitengelegen rookruimte. Dat helpt. De kleinere setting vraagt voor wat meer funk en disco en de gouden regel 'eerst de dames aan het dansen krijgen' gaat weer eens op.

Aan het einde van de avond hebben we er zoveel nieuwe vrienden bij en tegen zoveel lui gezegd dat ze ons moeten contacten als ze in Amsterdam zijn, dat we straks tourbussen tekort zullen komen.

Wollongong (dag 4)

Tijdens onze afgelopen tour door Noord-Amerika deden we ook een klein uitstapje naar Mexico en wel naar Tijuana. Bekend als de plaats waar je als Amerikaan goedkoop medicijnen kan scoren. Iedereen die we toen hebben ontmoet in Noord-Amerika proclameerde na het horen van Tijuana: "Oh man, that place is intense." Waarom? Dat konden ze niet uitleggen. Wollongong kreeg in Australië dezelfde treatment. "Oh mate, that's gonna be interesting."

Advertentie

Eenmaal in Wollongong werd duidelijk dat wat de grootstedelingen bedoelden meer te maken had met vooroordelen. Er wordt onterecht een beetje neergekeken op de zonnige, easy-going mentaliteit van het (ex) surfersstadje. 'Nice sheila's', die zouden ze er wel hebben.

De promoters, Parkside, weten duidelijk waar ze mee bezig zijn. Hotel Illawarra (weer geen hotel) is rond de tijd dat we beginnen stampvol met een gezellige samenkomst van wat in Nederland als een zeer gemêleerd publiek genoemd zou worden. Surferboys staan schouder aan schouder met vrouwen op hakken. Een hoogtepuntje is geboren als we Kookaburra van Coober Pedy University Band erin knallen. Het publiek kan wel waarderen dat we (zucht…) ons huiswerk hebben gedaan.

Afgelopen maand tourde Homework door Australië en Azië. Optredens in Melbourne, Sydney, Wollongong, Seoul en Tokio brachten Tom Waist en Zip Stolk op plekken waar ze niet eerder waren geweest en introduceerde ze aan culturen waar ze voorheen slechts over konden fantaseren. Het was een indrukwekkende introductie van hoe de andere kant van de aardkloot in elkaar steekt. Hierbij het veel te uitgebreide ­– maar zeer vermakelijke – reisverslag.

Melbourne (dag 1 – dag 3)

Dood op, hongerig en met de opgezwollen enkels van een zestigjarige vrouw – het Jordanese type dat op feestdagen een 'knappe rok' draagt – strompelen we om 17:05 uur plaatselijke tijd het vliegtuig uit. De langste tocht van onze tour zit er gelukkig op. Bij arrivals godzijdank geen Joris Linssen, maar wel James Ware van Waving at Trains, die samen met onze Europese agent deze tour in elkaar heeft gedraaid. James blijkt de manager van vrijwel al onze favoriete Australische artiesten te zijn: Harvey Sutherland, Andras Fox, Andy Hart, Francis Inferno Orchestra en Tornado Wallace. In de komende dagen vindt er met James dan ook een power bonding plaats die zijn weerga niet kent.

De regen komt met bakken uit de hemel. Iets wat vrijwel altijd het geval is als we afreizen naar het buitenland. We nemen dat Nederlandse kutweer keer op keer met ons mee. We besluiten een hapje te gaan eten en doen vervolgens een kroeg annex club aan. Aldaar begint het ons op te vallen dat er een aangename scene is in Melbourne. Niet alleen muzikaal maar ook sociaal. James stelt ons aan iedereen voor en men is open, geïnteresseerd, in voor een lolletje, maar niet oppervlakkig. Melbourne voelt aan als thuis, maar dan zonder de calvinistische vooroordelen die in Nederland nog wel eens de kop opsteken.

Op de tweede verdieping van de bar bevindt zich een kleine dansvloer. Disco-grooves vullen de dansvloer waar drie jongens schaamteloos aan het breakin', poppin' en lockin' zijn. Een Aziatische jongen in een rood jackie steelt de show met zijn vergevorderde contortionisme. Maar zijn gezette metgezel – die wij onmiddellijk de bijnaam The Turtle geven – wint punten door de vreemde samenkomst van zijn forse lichaam en de dans waar hij in verstrikt is. In Nederland zie je excentrieke dansmoves als deze vrijwel niet meer in het housemuziekcircuit. Zonde.

James ontpopt zich tot een ware tourgids en laat ons het centrum van Melbourne zien. De charme van de stad zit 'm in de kleine steegjes tussen de grote straten die vol zitten met hippe (dure) restaurantjes en een haast zorgwekkende hoeveelheid aan koffiebarretjes.

Op dag twee treden we op in Lounge en op dag drie in Onesixone – met niemand minder dan disco edit-legende John Morales. Wat bij beide shows opvalt, is hoezeer het publiek opgaat in de muziek. Er wordt niet alleen maar gezopen en gedanst, er wordt ook echt geluisterd. Waar voor kenners draaien nog wel eens kan uitdraaien op 'been there, done that'-reacties, in Melbourne volgt het publiek waar we de muzikale boot ook maar heen varen. Onze potpourri van house, disco en een vleugje techno slaat aan.

Eén van de mooiste en meest verbazingwekkende complimenten krijgen we net voor het optreden op donderdag. Terwijl we snel nog een sigaretje roken en ons afvragen of er wel genoeg mensen op de dansvloer zullen zijn, schiet een Australische schone ons aan: "Don't look so worried. You see all these people around you? They've all come to see you play!" Als we op play drukken, staat de tent ineens vol.

Sydney (dag 3 – dag 6)

Aangekomen in Sydney worden we gelijk naar FBi Radio gereden om daar een gastmix en interview te doen voor de Spin The Bottle-radioshow.

Hoewel we eigenlijk maar twee dagen hebben in Sydney en er dus helemaal geen tijd voor is, maken we onszelf toch wijs dat we koala's en kangoeroes in het wild gaan bekijken. Spoiler: dit komt er de gehele tour niet van. Gelukkig lukt het ons wel om 'het achtste wereldwonder' te zien: het Sydney Opera House. En aangezien we toevallig in de stad zijn tijdens het Vidid Festival Of Lights ziet dat gebouw er geanimeerder uit dan normaal.

Doordat de slapeloosheid zijn intreden doet in Sydney en onze planning het niet toelaat, zien we niet bijster veel van de hoofdstad van New South Wales. Wat echter wel opvalt, is dat de stad een compleet andere ambiance heeft dan Melbourne. Het is hier duidelijk dat je in een grote, populaire stad bent en de Sydneysiders gedragen zich daar ook naar. In Melbourne geeft men daar enigszins op af. Als Amsterdammers begrijpen we wel hoe er gekeken wordt naar het Sydney-volk.

We treden op dag drie op in The Bridge Hotel (niet daadwerkelijk een hotel), een vreemde symbiose van een club en een kroeg met een sfeer die ergens tussen alternatief en hipster in lijkt te vallen. Hoewel we zijn ingedeeld in de grote zaal, besluiten we na wat overleg dat het misschien gezelliger is om in de kleine zaal te draaien. Het blijkt een goede keuze. Dichterbij de buitengelegen rookruimte. Dat helpt. De kleinere setting vraagt voor wat meer funk en disco en de gouden regel 'eerst de dames aan het dansen krijgen' gaat weer eens op.

Aan het einde van de avond hebben we er zoveel nieuwe vrienden bij en tegen zoveel lui gezegd dat ze ons moeten contacten als ze in Amsterdam zijn, dat we straks tourbussen tekort zullen komen.

Wollongong (dag 4)

Tijdens onze afgelopen tour door Noord-Amerika deden we ook een klein uitstapje naar Mexico en wel naar Tijuana. Bekend als de plaats waar je als Amerikaan goedkoop medicijnen kan scoren. Iedereen die we toen hebben ontmoet in Noord-Amerika proclameerde na het horen van Tijuana: "Oh man, that place is intense." Waarom? Dat konden ze niet uitleggen. Wollongong kreeg in Australië dezelfde treatment. "Oh mate, that's gonna be interesting."

Eenmaal in Wollongong werd duidelijk dat wat de grootstedelingen bedoelden meer te maken had met vooroordelen. Er wordt onterecht een beetje neergekeken op de zonnige, easy-going mentaliteit van het (ex) surfersstadje. 'Nice sheila's', die zouden ze er wel hebben.

De promoters, Parkside, weten duidelijk waar ze mee bezig zijn. Hotel Illawarra (weer geen hotel) is rond de tijd dat we beginnen stampvol met een gezellige samenkomst van wat in Nederland als een zeer gemêleerd publiek genoemd zou worden. Surferboys staan schouder aan schouder met vrouwen op hakken. Een hoogtepuntje is geboren als we Kookaburra van Coober Pedy University Band erin knallen. Het publiek kan wel waarderen dat we (zucht...) ons huiswerk hebben gedaan.

Omdat de avond al vroeg eindigt, volgt er een lange route langs verschillende afterparties, die uiteindelijk culmineert in een garage. Vegemite, ringwerpen en een paars-roze zonsopgang: meer kunnen we niet reproduceren. Hoewel de tweedaagse kater fiks zijn best doet om ons onze zonden te laten herinneren.

Seoul (dag 6 – dag 9)

Wat bij aankomst in Seoul gelijk opvalt is dat de stad immens is. Via een lange slingerroute rijden we langs de Han-rivier waar brug na brug elkaar opvolgen. Seoul is een hypermoderne stad. Iets wat gek genoeg vooral te merken is aan het absurde wifi-bereik. Locale celebrity dj FFAN leidt ons de vier dagen rond. Zo belanden we in de 'hippe' wijken als Hongdae en, jawel, Gangnam (whop whop). Op de vraag of de wijk waar ons hotel zit de moeite waard is, antwoordt hij: "Don't like so much. It's the Gay Hill." Maar natuurlijk. Zowel de club als ons hotel zit in een stukje Seoul vol transgendercafés. Passeer je als toerist zo'n café dan gaat de geblindeerde deur open en trachten bepruikte mannen in korte jurkjes je naar binnen te lokken. "Come inside, darling. Show you good time!" Na de tweede dag leren wij het Koreaanse woord voor hallo (klinkt als de voornaam van filmcomponist Ennio Morricone) en beantwoorden we vanaf dan de transgender-lokroep met een luidkeelse "AN-YOH!"

Na drie dagen van ongemakkelijk verdwaald in vertaling en heerlijk Koreaans tafelen, treden we dag negen op in Lola. De club was eerst gevestigd in Shanghai, maar was net twee weken eerder verhuist naar Seoul. De avond begint niet zo hoopvol. De airconditioning staat in het begin afgesteld alsof ze een delegatie ijsberen verwachten. Als we vragen of we aan één van de niet gereserveerde tafels mogen zitten, wordt ons verteld dat we dan eerst moeten reserveren. Eventjes lijkt het er op dat we in een slechte Kafka-roman zijn belandt, maar dan mogen we het overnemen en toont het Koreaanse publiek dat ze een geweldig enthousiast zooitje zuiplappen met liefde voor muziek zijn. Te midden van de hossende massa staat een brede Koreaan met baard en zonnebril. Hij doet denken aan iconisch acteur Toshiro Mifune. Een indrukwekkende aanwezigheid. Hij beweegt nauwelijks op de muziek, maar met enkele knik van het hoofd krijgen wij zijn goedkeuring.

Tokio (dag 10 – dag 11)

Tijdens een discodutje schrikken we wakker. Er rommelt iets, het hotelgebouw kreunt zachtjes. We zitten tien verdiepingen van de grond. Dit gaat mis. Het gebouw begint te zwenken. De vloer onder ons beweegt als in een clip van Jamiroquai. Paniek slaat toe. We zitten in een aardbeving. Aan de overkant staan de leerlingen van een stijldansschool verschikt uit het raam te kijken. Even later staan we duizelig, maar levend, naar de televisie te turen. Duizend kilometer ten zuiden van Tokio, 590 kilometer onder zee, vond een aardbeving plaats met een kracht van 7,8 op de Schaal van Richter. Als het nieuws Nederland eenmaal bereikt, ontvangen we bezorgde sms'jes van ouders en vrienden, maar er is geen tijd om hen gerust te stellen. We moeten optreden.

Club ageHa ligt op een industrieterrein en blijkt enorm te zijn. Vijf area's zijn tegelijkertijd geopend. Wij moeten buiten aantreden bij de poolside area waar zich een klein zwembad bevindt waar je, natuurlijk, niet in mag zwemmen. Het doet er gelukkg niet toe, want de Japanners gaan 'helemaal loco', ook zonder bassin. Omdat we van 3:00 tot 5:00 uur moeten draaien – en volgens promoter Midori de zon opkomt rond 4:30 – spreken we af DJ Spinna's remix van Days Like This te reserveren voor dat magische moment. Het levert een waanzinnige afsluiter van onze reeks optredens op.

Omdat Zip nog twee hele weken in Japan blijft rondbanjeren en Tom slechts één dag extra blijft, besluiten we om tijdens onze laatste avond samen in Tokio zoveel mogelijk ervaringen op te doen. Dat houdt in: shabu shabu eten in het restaurant waar Scarlett Johansson en Bill Murray dat ook deden in Lost In Translation, karaoke (met promoter Midori in een Sneeuwwitje-outfit), bowlen, biljarten, wanhopige pogingen de SEGA Interactive Gaming Area te bereiken, gehoorbeschadiging scoren in de pachinko-hallen, Dragon Ball Z-onesies en goedkope borstimplantaten kopen bij Don Quijote (de Knakenland van Tokio) en ontroerd raken van de serene rust te midden van de drukte op Shibuya Crossing, het drukste kruispunt ter wereld.

Dankbaar, voldaan en enigszins vermoeid keren we terug naar een koud en nat Amsterdam. We hebben een extra koffer vol herinneringen in te checken. Het is goed om te weten hoe het er aan de andere kant van de wereld aan toe gaat.

Om de naamloze coureur uit de existentialistische jaren zeventig auto-film Two Lane Blacktop maar eens te citeren: "Those satisfactions are permanent."

Homework is te volgen op Facebook.

Omdat de avond al vroeg eindigt, volgt er een lange route langs verschillende afterparties, die uiteindelijk culmineert in een garage. Vegemite, ringwerpen en een paars-roze zonsopgang: meer kunnen we niet reproduceren. Hoewel de tweedaagse kater fiks zijn best doet om ons onze zonden te laten herinneren.

Seoul (dag 6 – dag 9)

Wat bij aankomst in Seoul gelijk opvalt is dat de stad immens is. Via een lange slingerroute rijden we langs de Han-rivier waar brug na brug elkaar opvolgen. Seoul is een hypermoderne stad. Iets wat gek genoeg vooral te merken is aan het absurde wifi-bereik. Locale celebrity dj FFAN leidt ons de vier dagen rond. Zo belanden we in de 'hippe' wijken als Hongdae en, jawel, Gangnam (whop whop). Op de vraag of de wijk waar ons hotel zit de moeite waard is, antwoordt hij: "Don't like so much. It's the Gay Hill." Maar natuurlijk. Zowel de club als ons hotel zit in een stukje Seoul vol transgendercafés. Passeer je als toerist zo'n café dan gaat de geblindeerde deur open en trachten bepruikte mannen in korte jurkjes je naar binnen te lokken. "Come inside, darling. Show you good time!" Na de tweede dag leren wij het Koreaanse woord voor hallo (klinkt als de voornaam van filmcomponist Ennio Morricone) en beantwoorden we vanaf dan de transgender-lokroep met een luidkeelse "AN-YOH!"

Advertentie

Na drie dagen van ongemakkelijk verdwaald in vertaling en heerlijk Koreaans tafelen, treden we dag negen op in Lola. De club was eerst gevestigd in Shanghai, maar was net twee weken eerder verhuist naar Seoul. De avond begint niet zo hoopvol. De airconditioning staat in het begin afgesteld alsof ze een delegatie ijsberen verwachten. Als we vragen of we aan één van de niet gereserveerde tafels mogen zitten, wordt ons verteld dat we dan eerst moeten reserveren. Eventjes lijkt het er op dat we in een slechte Kafka-roman zijn belandt, maar dan mogen we het overnemen en toont het Koreaanse publiek dat ze een geweldig enthousiast zooitje zuiplappen met liefde voor muziek zijn. Te midden van de hossende massa staat een brede Koreaan met baard en zonnebril. Hij doet denken aan iconisch acteur Toshiro Mifune. Een indrukwekkende aanwezigheid. Hij beweegt nauwelijks op de muziek, maar met enkele knik van het hoofd krijgen wij zijn goedkeuring.

Tokio (dag 10 – dag 11)

Tijdens een discodutje schrikken we wakker. Er rommelt iets, het hotelgebouw kreunt zachtjes. We zitten tien verdiepingen van de grond. Dit gaat mis. Het gebouw begint te zwenken. De vloer onder ons beweegt als in een clip van Jamiroquai. Paniek slaat toe. We zitten in een aardbeving. Aan de overkant staan de leerlingen van een stijldansschool verschikt uit het raam te kijken. Even later staan we duizelig, maar levend, naar de televisie te turen. Duizend kilometer ten zuiden van Tokio, 590 kilometer onder zee, vond een aardbeving plaats met een kracht van 7,8 op de Schaal van Richter. Als het nieuws Nederland eenmaal bereikt, ontvangen we bezorgde sms'jes van ouders en vrienden, maar er is geen tijd om hen gerust te stellen. We moeten optreden.

Advertentie

Club ageHa ligt op een industrieterrein en blijkt enorm te zijn. Vijf area's zijn tegelijkertijd geopend. Wij moeten buiten aantreden bij de poolside area waar zich een klein zwembad bevindt waar je, natuurlijk, niet in mag zwemmen. Het doet er gelukkg niet toe, want de Japanners gaan 'helemaal loco', ook zonder bassin. Omdat we van 3:00 tot 5:00 uur moeten draaien – en volgens promoter Midori de zon opkomt rond 4:30 – spreken we af DJ Spinna's remix van Days Like This te reserveren voor dat magische moment. Het levert een waanzinnige afsluiter van onze reeks optredens op.

Omdat Zip nog twee hele weken in Japan blijft rondbanjeren en Tom slechts één dag extra blijft, besluiten we om tijdens onze laatste avond samen in Tokio zoveel mogelijk ervaringen op te doen. Dat houdt in: shabu shabu eten in het restaurant waar Scarlett Johansson en Bill Murray dat ook deden in Lost In Translation, karaoke (met promoter Midori in een Sneeuwwitje-outfit), bowlen, biljarten, wanhopige pogingen de SEGA Interactive Gaming Area te bereiken, gehoorbeschadiging scoren in de pachinko-hallen, Dragon Ball Z-onesies en goedkope borstimplantaten kopen bij Don Quijote (de Knakenland van Tokio) en ontroerd raken van de serene rust te midden van de drukte op Shibuya Crossing, het drukste kruispunt ter wereld.

Dankbaar, voldaan en enigszins vermoeid keren we terug naar een koud en nat Amsterdam. We hebben een extra koffer vol herinneringen in te checken. Het is goed om te weten hoe het er aan de andere kant van de wereld aan toe gaat.

Om de naamloze coureur uit de existentialistische jaren zeventig auto-film Two Lane Blacktop maar eens te citeren: "Those satisfactions are permanent."

Homework is te volgen op Facebook.