FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Kornél Kovács brengt de lol weer terug in house

Het levensverhaal van de Zweedse dj en producer
Kornél Kovács (Photo by Hjalmar Rechlin)

Kornél Kovács (Foto door Hjalmar Rechlin)

"Respect voor Avicii! Hij is de Omar-S van de EDM," zegt Kornél Kovács via Skype vanuit Stockholm. Hij legt uit dat hij maandenlang probeerde om een knallende, big room track te maken om zichzelf uit te dagen, maar hij gaf het op nadat hij hier niet in slaagde. "Avicii en Omar S gebruiken beiden erg simpele melodieën, bijna banaal. Probeer dat maar eens na te maken, dat lukt je niet," vervolgt Kovács. "Respect voor die jongens."

Advertentie

De dertigjarige dj, producer en Studio Barnhus-baas maakt misschien geen knalhits, maar hij heeft de reputatie van iemand de meest onvergetelijke dansvloerrammers produceert, waaronder de wiebelende house track Szikra (uitgebracht op Studio Barnhus in 2014), en het glansrijke maar smakeloze Pantalon (van zijn Radio Koko EP voor Numbers in 2015). Kovács heeft een goed oor voor catchy hooks, en een aangeboren speelsheid. Geen moeite ook om buiten zijn comfortzone te treden. Dat leverde zijn debuutalbum The Bells op, dat 26 augustus uitkwam op Studio Barnhus. Hij richtte het label in Stockholm ooit op met zijn vrienden Axel Boman en Petter Nordkvist. The Bells is een duizelingwekkende, caleidoscopische, ritmische en avontuurlijke release. Een die Kovács' reputatie bevestigt van een van de meest vooruitstrevende producers in de dancewereld. Net als veel van Kovács' werk neigt het album naar het orthodoxe einde van het housespectrum, maar is lastig binnen een categorie te plaatsen. Zijn tracks zijn speels, gelaagd en zelfs een beetje desoriënterend. Met warme synthesizerpads genesteld tegen spookachtige vocale samples, en gevoelige melodieën die voor robuuste ritmes zorgen.

Kornél Kovács (Foto door Hjalmar Rechlin)

"Respect voor Avicii! Hij is de Omar-S van de EDM," zegt Kornél Kovács via Skype vanuit Stockholm. Hij legt uit dat hij maandenlang probeerde om een knallende, big room track te maken om zichzelf uit te dagen, maar hij gaf het op nadat hij hier niet in slaagde. "Avicii en Omar S gebruiken beiden erg simpele melodieën, bijna banaal. Probeer dat maar eens na te maken, dat lukt je niet," vervolgt Kovács. "Respect voor die jongens."

De dertigjarige dj, producer en Studio Barnhus-baas maakt misschien geen knalhits, maar hij heeft de reputatie van iemand de meest onvergetelijke dansvloerrammers produceert, waaronder de wiebelende house track Szikra (uitgebracht op Studio Barnhus in 2014), en het glansrijke maar smakeloze Pantalon (van zijn Radio Koko EP voor Numbers in 2015). Kovács heeft een goed oor voor catchy hooks, en een aangeboren speelsheid. Geen moeite ook om buiten zijn comfortzone te treden. Dat leverde zijn debuutalbum The Bells op, dat 26 augustus uitkwam op Studio Barnhus. Hij richtte het label in Stockholm ooit op met zijn vrienden Axel Boman en Petter Nordkvist. The Bells is een duizelingwekkende, caleidoscopische, ritmische en avontuurlijke release. Een die Kovács' reputatie bevestigt van een van de meest vooruitstrevende producers in de dancewereld. Net als veel van Kovács' werk neigt het album naar het orthodoxe einde van het housespectrum, maar is lastig binnen een categorie te plaatsen. Zijn tracks zijn speels, gelaagd en zelfs een beetje desoriënterend. Met warme synthesizerpads genesteld tegen spookachtige vocale samples, en gevoelige melodieën die voor robuuste ritmes zorgen.

De titeltrack is vrolijk, en bestaat uit een stotterende melodie en syncopisch handgeklap dat een griezelige ondertoon maskeert, terwijl het carnavaleske Gex het gevoel geeft van een draaimolen die uit zijn tandwiel spint. Zelfs het relatief eenvoudige discodansje van BB heeft een zanderige rand, als een uitgelichte dansvloer waar glasscherven liggen. Het is een zelfverzekerd en eigenzinnig debuut van een artiest die niet bang is om de bekende vormen van de dance om te draaien voor zijn eigen ondeugende doeleinden.

Onder de vele attributen is The Bells doordrongen van een zekere rijkdom. Dit zijn left-field party bangers doordrenkt met een veelheid aan emoties. Kovács haalt de jaren negentig happy hardcore aan in het Verenigd Koninkrijk. "Veel van die tracks hebben een hele euforische lading," legt hij uit. "Maar na een tijdje komt de donkere kant van de track tevoorschijn, met harde synthesizerklanken in mineur, of wat het ook mag zijn. Ik heb altijd van dat soort muziek gehouden, die van het één naar het andere gaat." Toch erkent hij dat de emotionele impact van happy hardcore vaak lomp is. Ze toonden hem hoe er "meer dan één emotie of idee in een track kan zitten."

The Bells kenmerkt zich ook door een warme vervorming. Het is een geluid waar Kovács erg van houdt, ook al is het uitgegroeid tot een veel gebruikte werkwijze van de hedendaagse producers. "Van sommige elektronische muziek die ik luister, kun je zeggen wanneer je de vervorming weghaalt, je niks overhoudt," zegt hij. "Het is alsof ze de vervorming gebruiken om te verbergen dat er geen echte ideeën en emoties achter zitten."

Kovács als kind (Foto van de artiest)

Kovács werd geboren in 1985 in Stockholm binnen een muzikale familie. Zijn grootvader was een componist van klassieke muziek in Hongarije. Kovács werd dan ook grootgebracht met een formele muzikale opleiding. Hij begon met zingen in een koor toen hij zes was ("de gebruikelijke muzikale scholing voor jongeren in Zweden"), ging naar een muziek- georiënteerde basisschool en nam piano en drumlessen als kind. Maar, zoals ongeveer 75 procent van de elektronische muziekwereld, werd hij geïnspireerd door een viertal uit Düsseldorf dat hem op weg naar clubland stuurde. "Mijn ouders vonden Kraftwerk leuk," herhaalt hij, "en ik luisterde al naar ze toen ik nog over de grond kroop. Dat had een grote impact."

Op de krankzinnige leeftijd van tien jaar besloot Kovács om een drum & bass-dj te worden. Hij kreeg het idee door het lezen van Britse dance-tijdschriften in de openbare bibliotheek, en stond al snel bekend als "de grappige, mollige en kleine mascotte" van de kleine drum & bass scene in Stockholm. Hij slaagde er zelfs in om een paar boekingen bij cafés, jeugdcentra en clubs te krijgen. "Mijn moeder haalde mij op wanneer het afgelopen was," zegt Kovács met een zweem van nostalgie. "Ik kreeg zelfs een keer betaald!"

Na een aantal jaar besefte Kovács dat zijn droom om de volgende Goldie te worden nergens toe leidde, en zijn obsessie met razendsnelle breakbeats verdween. Op hetzelfde moment kwam de mp3-revolutie op ("Napster was belangrijk voor mij") en begon een intense periode van het downloaden en luisteren naar muziek, om zichzelf te onderwijzen over alle muziekgenres. Hij jaagde pre-internet op de tracknamen van een mixtape die hij van zijn vader kreeg, en zo raakte hij verslingerd aan een breder muzikaal spectrum. "Op die mixtape stond veel gekke muziek – hiphop, dancehall, vroege elektronische muziek, dub reggae en veel meer. Het was van grote waarde voor mij dat mijn vader dit deed, want we woonden in andere landen destijds. Maar het was ook gewoon tof, en verbond Art Of Noise, Boogie Down Productions en Lee Perry op een interessante manier."

Kovács op dertienjarige leeftijd tijdens een schooluitje (Foto rechten van de artiest)

Kovács ging naar de middelbare school in Stockholm Musikgymnasium. "Er hing echt een nerdy schoolorkest-sfeer", vertelt hij. "Maar toch: ik kan nauwelijks een akkoord spelen. Ik stopte met pianolessen toen ik negen jaar was omdat ik handbal wilde spelen met de coole kinderen in m'n klas." Toen hij achttien werd en oud genoeg was om uit te gaan, keerde zijn passie voor dj'en terug. Ditmaal vergezeld van meer ambitie, en zo ging hij zelf produceren. Hij droomde van "het maken van vreemde aliengeluiden die ik mensen hoorde draaien in de clubs," dus hij downloadde software en kocht wat apparatuur. "Maar het duurde een aantal jaar voordat ik dacht dat ik iets kwalitatiefs had gemaakt," zegt hij. "Ik had goede ideeën... maar de uitwerking was heel slecht."

Kovács 's eigen ontevredenheid over zijn werk zorgde er bijna voor dat hij zijn droom opgaf na de middelbare school. "Ik was nog aan het worstelen met het leren produceren en dat was nogal frustrerend," geeft hij toe. "Mijn vrienden begonnen allemaal aan hun loopbaan, terwijl ik nog altijd aan het draaien was in Stockholm. Ik voelde me alsof ik vast zat in een sleur. Wat als ik geen carrière zou maken binnen de muziek? Ik fantaseerde eigenlijk over dokter worden."

Net toen zijn angst een hoogtepunt bereikte in 2008, solliciteerde Kovács voor de Barcelona-editie van Red Bull Music Academy. Hij werd aangenomen. "Het was super inspirerend," zegt hij. "Niet zozeer door wat ik leerde, maar omdat ik jonge en gelijkgestemde mensen ontmoette die dezelfde aspiraties en frustraties hadden als ik." Toen hij terugkeerde naar Stockholm, besloot hij om met een paar kennissen contact te leggen, zoals Axel Boman en Petter Nordkvis, van wie hij de muziek bewonderde. "Ik was een groot fan van wat Petter had gemaakt met James Holden's label Border Community, en ik vond Axel's nieuwe tracks heel tof," zegt Kovács. "Ik vroeg hen of ze samen wilden werken en we werden al snel beste vrienden."

Kornél Kovács, Axel Boman en Petter Nordkvist (Foto via Studio Barnhus/Facebook)

In 2009 werd Studio Barnhus opgericht, vernoemd naar zijn locatie Barnhusgatan, of "Weeshuisstraat". Clubs begonnen het trio te boeken onder dezelfde naam, en in 2010 nam de crew de volgende logische stap: een plaat uitbrengen met hun eigen muziek. "Gewoon om te kijken of het zou lukken," zegt Kovács.De eerste release van het jonge Studio Barnhus-label was Good Children Make Bad Grown Ups, een mini-compilatie met tracks van Kovács, Boman, Nordkvist en een mysterieuze producer met de naam Gino Bomino, waarvan Kovács zegt dat het een vriend is die afkomstig is uit de oude, traditionele Italiaanse familie die edits maakt, namelijk de Bominos. Kovács's bijdrage Baby Step, met zijn gesyncopeerde ritmes en gesampelde vocale popliedjes, is een relatief eenvoudige deep-houser in vergelijken met The Bells. Maar het was eigenzinnig genoeg en een vooruitblik van de uitbundigheid van zijn latere producties.

In de daaropvolgende zes jaar kreeg Studio Barnhus een goede reputatie met dance die zowel plezierig als functioneel is, met wiebelige en wonderschone releases. Label-medeoprichter Boman zegt dat The Bells de reden is dat hij droomde van het opstarten van een label en noemt het een van hun beste, meest innovatieve en creatieve releases tot nu toe. "Het feit dat een van mijn beste vrienden dit gemaakt heeft voor ons label, maakt mij zo trots dat ik wel kan janken," zegt Boman in het persbericht over het album. Blijkbaar is huilen een ding binnen de Studio Barnhus crew. Kovács durft bijvoorbeeld niet toe te geven aan de lovende woorden van zijn labelmaten en zegt, "wanneer ik iets afspeel voor Axel en Petter en zei zeggen, 'Ja, dit is super tof man,' dan ben ik er nog steeds van overtuigd dat ze gewoon aardig doen en mij niet willen zien huilen."

Kovács heeft op korte termijn een strak schema en vult zijn kalender op met gigs in Australië, Brazilië en in Europa. Als alles goed gaat, verwacht hij in de herfst in de Verenigde Staten te zitten. Kovács verwacht ook "briljante producties" van nieuwkomers en bekende gezichten op het label Studio Barnhus en noemt Baba Stiltz in het bijzonder: "Hij is net begonnen en gaat mensen verbazen." Maar als ik vraag of hij zich een mentor voelt van Stiltz, of van de andere artiesten op zijn label, bedenkt Kovács zich. "Het is alsof ik zelf nog in een beginfase zit," geeft hij toe. "Ik ben altijd de jonge knul gebleven die hiermee bezig is, en ik voel het nog altijd zo.

De titeltrack is vrolijk, en bestaat uit een stotterende melodie en syncopisch handgeklap dat een griezelige ondertoon maskeert, terwijl het carnavaleske Gex het gevoel geeft van een draaimolen die uit zijn tandwiel spint. Zelfs het relatief eenvoudige discodansje van BB heeft een zanderige rand, als een uitgelichte dansvloer waar glasscherven liggen. Het is een zelfverzekerd en eigenzinnig debuut van een artiest die niet bang is om de bekende vormen van de dance om te draaien voor zijn eigen ondeugende doeleinden.

Advertentie

Onder de vele attributen is The Bells doordrongen van een zekere rijkdom. Dit zijn left-field party bangers doordrenkt met een veelheid aan emoties. Kovács haalt de jaren negentig happy hardcore aan in het Verenigd Koninkrijk. "Veel van die tracks hebben een hele euforische lading," legt hij uit. "Maar na een tijdje komt de donkere kant van de track tevoorschijn, met harde synthesizerklanken in mineur, of wat het ook mag zijn. Ik heb altijd van dat soort muziek gehouden, die van het één naar het andere gaat." Toch erkent hij dat de emotionele impact van happy hardcore vaak lomp is. Ze toonden hem hoe er "meer dan één emotie of idee in een track kan zitten."

The Bells kenmerkt zich ook door een warme vervorming. Het is een geluid waar Kovács erg van houdt, ook al is het uitgegroeid tot een veel gebruikte werkwijze van de hedendaagse producers. "Van sommige elektronische muziek die ik luister, kun je zeggen wanneer je de vervorming weghaalt, je niks overhoudt," zegt hij. "Het is alsof ze de vervorming gebruiken om te verbergen dat er geen echte ideeën en emoties achter zitten."

Kovács als kind (Foto van de artiest)

Kovács werd geboren in 1985 in Stockholm binnen een muzikale familie. Zijn grootvader was een componist van klassieke muziek in Hongarije. Kovács werd dan ook grootgebracht met een formele muzikale opleiding. Hij begon met zingen in een koor toen hij zes was ("de gebruikelijke muzikale scholing voor jongeren in Zweden"), ging naar een muziek- georiënteerde basisschool en nam piano en drumlessen als kind. Maar, zoals ongeveer 75 procent van de elektronische muziekwereld, werd hij geïnspireerd door een viertal uit Düsseldorf dat hem op weg naar clubland stuurde. "Mijn ouders vonden Kraftwerk leuk," herhaalt hij, "en ik luisterde al naar ze toen ik nog over de grond kroop. Dat had een grote impact."

Advertentie

Op de krankzinnige leeftijd van tien jaar besloot Kovács om een drum & bass-dj te worden. Hij kreeg het idee door het lezen van Britse dance-tijdschriften in de openbare bibliotheek, en stond al snel bekend als "de grappige, mollige en kleine mascotte" van de kleine drum & bass scene in Stockholm. Hij slaagde er zelfs in om een paar boekingen bij cafés, jeugdcentra en clubs te krijgen. "Mijn moeder haalde mij op wanneer het afgelopen was," zegt Kovács met een zweem van nostalgie. "Ik kreeg zelfs een keer betaald!"

Na een aantal jaar besefte Kovács dat zijn droom om de volgende Goldie te worden nergens toe leidde, en zijn obsessie met razendsnelle breakbeats verdween. Op hetzelfde moment kwam de mp3-revolutie op ("Napster was belangrijk voor mij") en begon een intense periode van het downloaden en luisteren naar muziek, om zichzelf te onderwijzen over alle muziekgenres. Hij jaagde pre-internet op de tracknamen van een mixtape die hij van zijn vader kreeg, en zo raakte hij verslingerd aan een breder muzikaal spectrum. "Op die mixtape stond veel gekke muziek – hiphop, dancehall, vroege elektronische muziek, dub reggae en veel meer. Het was van grote waarde voor mij dat mijn vader dit deed, want we woonden in andere landen destijds. Maar het was ook gewoon tof, en verbond Art Of Noise, Boogie Down Productions en Lee Perry op een interessante manier."

Kovács op dertienjarige leeftijd tijdens een schooluitje (Foto rechten van de artiest)

Kovács ging naar de middelbare school in Stockholm Musikgymnasium. "Er hing echt een nerdy schoolorkest-sfeer", vertelt hij. "Maar toch: ik kan nauwelijks een akkoord spelen. Ik stopte met pianolessen toen ik negen jaar was omdat ik handbal wilde spelen met de coole kinderen in m'n klas." Toen hij achttien werd en oud genoeg was om uit te gaan, keerde zijn passie voor dj'en terug. Ditmaal vergezeld van meer ambitie, en zo ging hij zelf produceren. Hij droomde van "het maken van vreemde aliengeluiden die ik mensen hoorde draaien in de clubs," dus hij downloadde software en kocht wat apparatuur. "Maar het duurde een aantal jaar voordat ik dacht dat ik iets kwalitatiefs had gemaakt," zegt hij. "Ik had goede ideeën… maar de uitwerking was heel slecht."

Advertentie

Kovács 's eigen ontevredenheid over zijn werk zorgde er bijna voor dat hij zijn droom opgaf na de middelbare school. "Ik was nog aan het worstelen met het leren produceren en dat was nogal frustrerend," geeft hij toe. "Mijn vrienden begonnen allemaal aan hun loopbaan, terwijl ik nog altijd aan het draaien was in Stockholm. Ik voelde me alsof ik vast zat in een sleur. Wat als ik geen carrière zou maken binnen de muziek? Ik fantaseerde eigenlijk over dokter worden."

Net toen zijn angst een hoogtepunt bereikte in 2008, solliciteerde Kovács voor de Barcelona-editie van Red Bull Music Academy. Hij werd aangenomen. "Het was super inspirerend," zegt hij. "Niet zozeer door wat ik leerde, maar omdat ik jonge en gelijkgestemde mensen ontmoette die dezelfde aspiraties en frustraties hadden als ik." Toen hij terugkeerde naar Stockholm, besloot hij om met een paar kennissen contact te leggen, zoals Axel Boman en Petter Nordkvis, van wie hij de muziek bewonderde. "Ik was een groot fan van wat Petter had gemaakt met James Holden's label Border Community, en ik vond Axel's nieuwe tracks heel tof," zegt Kovács. "Ik vroeg hen of ze samen wilden werken en we werden al snel beste vrienden."

Kornél Kovács, Axel Boman en Petter Nordkvist (Foto via Studio Barnhus/Facebook)

In 2009 werd Studio Barnhus opgericht, vernoemd naar zijn locatie Barnhusgatan, of "Weeshuisstraat". Clubs begonnen het trio te boeken onder dezelfde naam, en in 2010 nam de crew de volgende logische stap: een plaat uitbrengen met hun eigen muziek. "Gewoon om te kijken of het zou lukken," zegt Kovács.De eerste release van het jonge Studio Barnhus-label was Good Children Make Bad Grown Ups, een mini-compilatie met tracks van Kovács, Boman, Nordkvist en een mysterieuze producer met de naam Gino Bomino, waarvan Kovács zegt dat het een vriend is die afkomstig is uit de oude, traditionele Italiaanse familie die edits maakt, namelijk de Bominos. Kovács's bijdrage Baby Step, met zijn gesyncopeerde ritmes en gesampelde vocale popliedjes, is een relatief eenvoudige deep-houser in vergelijken met The Bells. Maar het was eigenzinnig genoeg en een vooruitblik van de uitbundigheid van zijn latere producties.

In de daaropvolgende zes jaar kreeg Studio Barnhus een goede reputatie met dance die zowel plezierig als functioneel is, met wiebelige en wonderschone releases. Label-medeoprichter Boman zegt dat The Bells de reden is dat hij droomde van het opstarten van een label en noemt het een van hun beste, meest innovatieve en creatieve releases tot nu toe. "Het feit dat een van mijn beste vrienden dit gemaakt heeft voor ons label, maakt mij zo trots dat ik wel kan janken," zegt Boman in het persbericht over het album. Blijkbaar is huilen een ding binnen de Studio Barnhus crew. Kovács durft bijvoorbeeld niet toe te geven aan de lovende woorden van zijn labelmaten en zegt, "wanneer ik iets afspeel voor Axel en Petter en zei zeggen, 'Ja, dit is super tof man,' dan ben ik er nog steeds van overtuigd dat ze gewoon aardig doen en mij niet willen zien huilen."

Kovács heeft op korte termijn een strak schema en vult zijn kalender op met gigs in Australië, Brazilië en in Europa. Als alles goed gaat, verwacht hij in de herfst in de Verenigde Staten te zitten. Kovács verwacht ook "briljante producties" van nieuwkomers en bekende gezichten op het label Studio Barnhus en noemt Baba Stiltz in het bijzonder: "Hij is net begonnen en gaat mensen verbazen." Maar als ik vraag of hij zich een mentor voelt van Stiltz, of van de andere artiesten op zijn label, bedenkt Kovács zich. "Het is alsof ik zelf nog in een beginfase zit," geeft hij toe. "Ik ben altijd de jonge knul gebleven die hiermee bezig is, en ik voel het nog altijd zo.