FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

Waarom had seventiesrock zo’n hekel aan disco?

In vergelijking met mainstream rockmuziek is disco over het algemeen een veel te ondergewaardeerd genre gebleven.

Foto via: Getty Images

Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen die wordt gesponsord door onze vrienden van HBO, ter ere van de nieuwe serie Vinyl van Martin Scorsese. In Vinyl wordt de fantastische wereld van de seventiesmuziek onder de loep genomen. Deze hele week publiceert Noisey artikelen die een licht schijnen op dit tijdperk.

"Het eerste wat me dwars zit [aan disco] is dat ik nooit een driedelig wit pak kan vinden wat gelijk goed zit." Zo staat voormalig radio-dj Steve Dahl een lokale nieuwsomroep te woord op 12 juli 1979, de avond die bekend staat als Disco Demolition Night. "Ik vind piña colada's vies, ben allergisch voor gouden kettingen en ik geef niet graag onnodig veel geld uit aan mijn elektriciteitsrekening; je moet je haar zo lang föhnen, dat is gewoon energieverspilling."

Advertentie

Eind jaren zeventig werkte Steve Dahl als dj bij een lokaal radiostation, voordat hij werd ontslagen. De reden hiervoor? Disco. Het genre was uitgegroeid tot de muziek van het moment en de vraag ernaar was een stuk groter dan die naar de rockmuziek die Dahl graag draaide. In plaats van bij de pakken neer te gaan zitten en zich met zijn Black Sabbath- en Led Zeppelin-platen terug te trekken, trok Dahl ten strijde tegen disco. Het genre was volgens hem een "ziekte" en samen met de promotor voor het baseballteam de Chicago White Sox, kwam hij op het idee om in het midden van het stadion disco te vernietigen door middel van een groot vuur.

Tijdens een demonstratie in de rust van een wedstrijd, riep Dahl zijn voormalige luisteraars op om midden op het veld zo veel mogelijk discoplaten te komen verbranden. Waar er normaal zo'n 15.000 mensen naar een wedstrijd kwamen, liep het bezoekersaantal deze avond op tot wel 50.000. Onder de leus 'disco sucks!' werden er tonnen vol discoplaten in de fik gestoken. De ME moest eraan te pas komen om de menigte uit elkaar te drijven. "Ik zou graag even voordoen hoe we platen kapot maken," zegt Dahl tegen een nieuwsverslaggever, waarna hij een plaat drie keer tegen zijn hoofd slaat tot er niets meer van over is. Wat een manier om een genre te behandelen dat juist zo'n positieve uitstraling heeft op de wereldwijde muzikale gemeenschap.

Disco is de taal van het weekend: uptempo, perfect om op te feesten, vol van glitters, spiegelballen en goed ingestudeerde danspasjes. Disco, dat eind jaren zestig opkwam, was bedoeld voor iedereen die een goede tijd wilde hebben tijdens het uitgaan, ongeacht ras, geslacht, leeftijd of seksuele voorkeur. Hoe individueler de discoganger en opzichtiger je entree, hoe beter – kijk bijvoorbeeld naar de foto's van Bianca Jagger die op een wit paard door de legendarische Studio 54 paradeert. Een outsider zijn was juist precies de bedoeling. Het geluid van strijkers, cowbells en slapping baslijnen ging hand in hand met de regenboogvlag, en omarmde vrouwen net zo lief als mannen. Donna Summers' geile gehijg op Love to Love You Baby zat vol seksuele bevrijding. Vrouwen stonden vooraan in disco, zij bezongen de wil om de ongelijkheid te overleven en aan te pakken. 'At first I was afraid, I was petrified' zong Gloria Gaynor op I Will Survive; veertig jaar later weerklinkt dit sentiment in Robyns Dancing On My Own: 'I'm just gonna dance all night, I'm messed-up I'm so out of line'.

Advertentie

Sommigen noemden de Death To Disco-beweging slechts zotte idioterie. Anderen zien het als een poging om bepaalde groepen uit de hitlijsten te weren, aangezien de oorspronkelijke disco voornamelijk te vinden was in de zwarte-, latino- en homogemeenschappen. Ondanks de terugval begin jaren tachtig, is disco nooit verdwenen en lijkt het genre tegenwoordig groter dan ooit. De funk van Jackson 5 en de aantrekkingskracht van een Chic-rifje werden overgenomen door David Bowie (Lets Dance), Rod Stewart (Do You Think I'm Sexy?), Blondie (Heart Of Glass) en Electric Light Orchestra. Miss You van The Rolling Stones werd een van de grootste disco-cross-over-hits, en ook Wings, de Eagles, KISS en Queen deden allemaal graag mee.

Vandaag de dag is de invloed van de disco bijna niet meer weg te denken. In ieder genre hoor je het terug: van electro (DFA 1979, LCD Soundsystem) tot pop (The 1975, Lady Gaga), van Daft Punks Random Access Memories tot Bruno Mars' uitvoering van Uptown Funk tijdens de Super Bowl-show van afgelopen weekend. En wat dacht je van I Can't Feel My Face van The Weeknd? Disco leeft op het debuutalbum van Shamir, en de Scissor Sisters hebben er hun hele carrière op gebouwd. Zonder disco had Madonna's beste album aller tijden (Confessions On a Dance Floor, duh!) überhaupt niet eens bestaan. De invloed en het belang van disco voor de hedendaagse popcultuur zou niet eens in twijfel getrokken moeten worden – maar blijkbaar is het nog altijd een guilty pleasure. Maar denk maar eens aan house, synthpop of zelfs techno – ze bestaan allemaal dankzij disco.

In vergelijking met mainstream rockmuziek is disco over het algemeen een veel te ondergewaardeerd genre gebleven. Nile Rodgers is nog altijd niet ingewijd in The Rock and Roll Hall of Fame, ondanks dat hij Material Girl heeft geschreven en ontelbare rocksterren zoals Johnny Marr en Duran Duran heeft beïnvloed. Misschien is het ook wel de bedoeling dat het genre hetzelfde lot ondergaat als de minderheden waar het altijd een steun en toeverlaat voor is geweest.

De freaks zijn nog altijd chic en mocht je dat niet aanstaan, dan blijf je maar lekker thuis in het weekend.

undefined